De 35 brieven die van Amerika naar Nederland gestuurd werden verschaffen ons een boeiende kijk op de levens van de drie gebroeders Te Selle die vanuit Winterswijk in Nederland naar de Verenigde Staten emigreerden. Zij vestigden zich eerst in Wisconsin en wat later in Nebraska. De brieven waren in de eerste plaats gericht aan hun moeder, Dela te Selle-ten Damme, en aan hun broers. Deze brieven overbruggen een 46-jarige periode van 1865 tot 1911. In deze tijd ontwikkelden zich de broers Jan Hendrik, Harmen Jan en Gerrit Jan te Selle van jonge, idealistische boerenimmigranten tot door het leven gerijpte, burgerlijke boerderijbezitters. Zij hadden inmiddels zichzelf en hun gezinnen gevestigd als belangrijke leden van hun lokale gemeenschappen.
De eerste brief uit de verzameling werd geschreven door G.W. Bloemers, die al in 1846 naar Amerika was geëmigreerd. Gerrit Willem Bloemers was getrouwd met Janna te Selle, die een tante was van de drie broers Te Selle. Toen Jan Hendrik en Harmen Jan dan ook, eind 1865, voor het eerst in de Verenigde Staten aankwamen, werden zij opgevangen door Gerrit Willem en Janna Bloemers. In brief 1, geschreven in 1865 door oom Bloemers, krijgen we enig zicht op de gevolgen die de Burgeroorlog had voor de nieuwe immigranten in Amerika.
[INSERT PHOTO OF BLOEMERS HERE]
De overige brieven in de verzameling worden voornamelijk geschreven door de drie broers. De broers hadden overduidelijk een diepgewortelde godsdienstige overtuiging die hen er vaak toe bewoog om hun levensfilosofie in hun brieven uitvoerig uiteen te zetten. Vaak beslaan hun commentaren verscheidene paragrafen. Vele brieven lijken wel samengesteld te zijn uit teksten van een emotionele preek, gekoppeld aan een verslag over de plaatselijke stand van zaken bij de gewassen!
De brieven waren geschreven op licht papier en de tekst was tamelijk compact om de postzegelkosten laag te houden. Gegeven de onregelmatigheid waarmee hun brieven heen en terug naar Nederland gingen en hun bezorgdheid om de kosten van het postverkeer te drukken, werd ik getroffen door de woordenvloed die vaker aan algemene godsdienstige filosofie was gewijd dan aan specifiek nieuws over hun gezinnen en de gemeenschap waarin ze verkeerden.
Nochtans concentreerden veel van de brieven zich op familiekwesties, zoals wie gezond of ziek was, en welke nieuwe baby’s er waren geboren. Er was altijd een verslag over de stand zaken bij het gewas toegevoegd en ook werd altijd nauwkeurig de prijs van elk stuk vee en van elk gewas vermeld.
Soms bracht de schrijver meer “wereldse” zaken te berde. In brief 19 bijvoorbeeld schotelt Harmen Jan ons een boeiende discussie voor over de geschiedenis van Amerika en de rol daarin van de indianen – de inheemse Amerikanen. Zijn opvattingen over de indianen zouden in de hedendaagse omstandigheden zeker niet meer als “politiek correct” beschouwd worden, maar in 1878 schrok hij er zeker niet voor terug om onverbloemd zijn mening over hen te geven.
In brief 22 vermeldt Harmen Jan dat hij correspondent is voor een van de plaatselijke kranten. Hij zegt dat enkele van zijn artikelen zijn ondertekend met “Te S” of “T.S. Het zou boeiend zijn om nu nog eens kopieën van die oude kranten te pakken te krijgen om te lezen hoe Harmen Jan aankeek tegen de kwesties en problemen van zijn tijd.
In brief 33 doet Gerrit Jan ons een interessant verslag van hun bezoek, in 1893, aan de Wereldtentoonstelling in Chicago. Omdat hijzelf timmerman was, werd hij buitengewoon geboeid door de geweldige omvang van de gebouwen en door de moeilijkheden die de constructie van zulke grote bouwwerken met zich meebracht.
Wanneer u de laatste paar brieven leest zou u wel eens wat kunnen gaan grinniken. Klaarblijkelijk schrijft de familie in Nederland niet vaak genoeg meer en de Amerikaanse broers raken meer en meer geërgerd door het uitblijven van brieven uit Nederland.
Ze maken van veel verschillende uitdrukkingen gebruik om hun ongenoegen daarover te ventileren. Zo proberen zij hun broers in Holland aan te zetten tot het vaker schrijven van brieven!
Men zou alleen maar kunnen wensen dat er meer van deze brieven bewaard zouden zijn gebleven, of dat er nog “Brieven uit Nederland” zouden zijn die door een van onze voorouders bewaard waren gebleven. In verschillende brieven zijn er plaatsen waarin een van de broers refereert aan iets dat men hem vanuit Nederland in een brief heeft meegedeeld. Wij kunnen nu alleen maar raden naar wat er in deze binnenkomende brieven gestaan heeft.
Onze familie is veel dank verschuldigd aan Dirk Willem te Selle (Enschede, Nederland) die zorgvuldig de Nederlandse tekst van de brieven in de computer heeft opgeslagen. Dirk heeft ook zorgvuldig de taalkundige onvolkomenheden en fouten overgenomen. Zoals Dirk zelf aangeeft in zijn inleiding bij de Te Selle Kroniek, “Aangezien wij van mening zijn dat historische bronnen zo zuiver mogelijk moeten zijn, is geen poging gedaan het wat ouderwets aandoende Nederlands te moderniseren. Ook zijn spellingfouten of stijlfouten niet gecorrigeerd.”
De Engelse vertaling werd op gang gebracht en geleid door Norma Prophet-Te Selle uit Firth, Nebraska. Norma is een kleindochter van Harmen Jan te Selle. Zij was er zo erg op gebrand de inhoud van de brieven te lezen dat zij een groep vertalers regelde om de eerste reeks brieven voor haar te vertalen. Deze vertalers stonden voor een schier onmogelijke opgave, daar zij slechts de beschikking hadden over armzalige fotokopieën als bronmateriaal. Later moesten sommige vertalingen weer herzien worden toen de vertalers de beschikking kregen over goed leesbare Nederlandse teksten.
Iedere vertaler had echter zo zijn eigen manier van vertalen. Dirk Willem te Selle heeft daarom elke brief nog eens een extra keer onder de loep genomen. Op deze wijze probeerde hij de teksten te verzekeren van een consistente vertaling met gelijke woorden en uitdrukkingen. Dirk heeft tevens bepaalde uitdrukkingen vertaald die alleen maar begrepen kunnen worden door iemand die het Winterswijkse dialect machtig is.
Te beginnen bij Norma en Dirk zijn meerdere mensen, waaronder veel andere familieleden, betrokken geweest bij de uiteindelijke totstandkoming van de brieven en bij het plaatsen van de vele aanvullende voetnoten in de Engelse vertalingen. Wij allemaal hebben ons best gedaan de oorspronkelijke sfeer die uit de brieven naar voren komt te bewaren, terwijl we tegelijkertijd hebben geprobeerd een vertaling tot stand te brengen die gemakkelijk te begrijpen is voor iemand die het Nederlands niet kan lezen of spreken. Degenen onder u die zowel het Nederlands als het Engels begrijpen zijn wel het best toegerust om zowel de toon als de betekenis van de woorden van de broers te beoordelen en te waarderen.
Sommige bewoordingen zijn in de Engelse vertaling gemarkeerd met een. Dit is gedaan om aan te geven dat de betekenis van deze frases onduidelijk of verwarrend was. Wij zouden het op prijs stellen enige helderheid hieromtrent te verkrijgen van diegenen onder u die zowel Nederlands en Engels kunnen lezen. Op deze wijze kunnen we de vertaling verbeteren.
Wij hebben een aantal verwijzingen naar voetnoten aan de brieven toegevoegd om personen, plaatsen en gebeurtenissen te verduidelijken. Wij hopen meer voetnoten te kunnen toevoegen als er aanvullende informatie en voortschrijdend inzicht beschikbaar komt van familieleden en andere geïnteresseerde lezers. Voelt u zich vooral vrij om voetnoten aan te bevelen wanneer u over nieuwe informatie beschikt die begrip en leesplezier van deze brieven zou kunnen vergroten.
Geniet voor alles van deze “Brieven uit Amerika”. Maak ons deelgenoot van uw commentaar en reacties die we zouden kunnen toevoegen aan latere versies van deze collectie Brieven. Misschien zijn toekomstige generaties niet alleen geïnteresseerd in het lezen van de oorspronkelijke brieven, maar ook in gedachten en commentaar van latere generaties hierop.
Robert TeSelle
(achterkleinzoon van Harmen Jan te Selle)
Santa Monica, Californië
April, 2001