Russell Prophet and Norma TeSelle Prophet

Het volgende artikel verscheen in De VOICE NIEUWS , donderdag 4 september, 2003, op pagina 26, paragraaf 2. De VOICE NIEUWS is gestationeerd in Hickman, Lancaster County, Nebraska.


Russell en Norma Prophet mogen dan wel met pensioen zijn, maar zij blijven bezig met talrijke vormen van kunstbeoefening. Men kan hun huis niet betreden zonder ogenblikkelijk bevangen te worden door een gevoel van nieuwsgierigheid naar hun persoonlijke geschiedenis. Norma's artistieke en muzikale begaafdheden zijn overal in het huis van het echtpaar duidelijk aanwezig.

Russell en Norma Prophet mogen dan wel met pensioen zijn, maar zij blijven bezig met talrijke vormen van kunstbeoefening. Men kan hun huis niet betreden zonder ogenblikkelijk bevangen te worden door een gevoel van nieuwsgierigheid naar hun persoonlijke geschiedenis. Norma’s artistieke en muzikale begaafdheden zijn overal in het huis van het echtpaar duidelijk aanwezig.

De Prophets hebben levenservaring opgedaan door het maken van keuzes;
een geschiedenis van vriendelijkheid, vrijgevigheid en kunstbeoefening.

Door Rosanna Connelly

Samen hun levenspad verder aflopend kunnen Russell en Norma Te Selle – Prophet terugzien op een veelkleurige verscheidenheid aan stenen waarmee zij hun weg geplaveid hebben. Van zingen tot fijn naaiwerk en van schrijven tot de WAVES[1. “Women Accepted for Volunteer Emergency Services”, een Amerikaanse organisatie voor vrouwelijke vrijwilligers die werd opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog. De organisatie bestaat nog steeds. Het lidmaatschap staat open voor vrouwen die in dienst zijn van de Amerikaanse marine, de mariniers en de Amerikaanse kustwacht of daar in het verleden voor gewerkt hebben.], heeft Norma al onderzoekend haar keuzes in het leven gemaakt en is zij daarbij meer dan zestig jaar lang geheel terzijde gestaan door Russell.

Niet onbekend met de wereld van nieuwsgaring en kranten werkte Norma meer dan tien jaar voor de VOICE voordat zij in 2000 met pensioen ging. In de tijd dat zij bij de krant werkzaam was verschenen er talrijke hoofdartikelen van haar hand en een column over de ‘kok van de week’ en verrichtte zij ook opmaakwerkzaamheden. Haar favoriete verhalen hadden veelal betrekking op de periode aan het einde van de Tweede Wereldoorlog toen zij de mogelijkheid kreeg om te spreken met oorlogsveteranen.

In de laatste paar jaren bij de krant paste ze zich aan bij de talloze technische veranderingen en maakte ze zich de software programma’s van de computer eigen. Zo leerde zij samen met de andere personeelsleden bijvoorbeeld te werken met het programma Pagemaker. Ze leverde haar aandeel in het zetwerk en de opmaak van de krant en maakte samen met haar veel jongere collega’s lange dagen op de redactie.

Jan Kroese, die de afgelopen twintig jaar THE VOICE geleid heeft, merkte op, “Wij hielden beiden van klassieke muziek en zo hielpen we elkaar bij het werk terwijl wij ondertussen naar deze muziek luisterden. Ze was een geweldige meid om mee samen te werken. Ze was zeer begaafd.”

Het wekt natuurlijk geen verwondering dat ook Norma zelf aan het einde van de oorlog in dienst was bij de WAVES. Na voor studie haar tenten opgeslagen te hebben in New York volgde ze een opleiding tot onderofficier in Stillwater Oklahoma en eindigde vervolgens als secretaresse in de hoofdstad Washington. In feite zat Norma in deze stad niet alleen als burger die haar middelbare school en handelsschool had afgerond, maar ook als militair.

Het was ook in Washington dat Norma Russell leerde kennen voordat hij in militaire dienst ging.

Nadat Norma en Russell getrouwd waren, gingen ze wonen in Oklahoma. Russell behaalde zijn kandidaats en doctoraal examens in Stillwater terwijl Norma op het Departement voor Huishoudkunde werkte. Nadat Russell was afgestudeerd verhuisde het echtpaar naar Tulsa waar hij een betrekking aannam als functionaris op het Departement van Landbouw en onder andere belast met de interne bedrijfsorganisatie.

Vervolgens werd op een veiling in 1977 in Nebraska een boerderij te koop aangeboden die het gemeenschappelijk eigendom was geweest van Norma’s moeder en oom. Aangezien de boerderij in handen was geweest van de familie sinds haar grootvader van moeders kant, Henry Dietz, het bedrijf in de tijd van de Homestead Act had opgebouwd, was Norma erin geïnteresseerd het land te verwerven. De Prophets keerden terug naar Nebraska en ondanks een reeks van “pensioneringen” bleef het tweetal actief. Russell als conciërge bij de First State Bank en Norma op het kantoor van de krant.

Hoewel ze genoot van haar baan bij de VOICE, geeft Norma toe dat zij tenslotte haar enthousiasme voor het maken van de kookrubriek verloor. Gelukkig echter werd haar de kans geboden een serie bijdragen van historische aard te leveren; een onderwerp dat beter bij haar smaak paste. De reeks columns vond zijn oorsprong in een zoektocht die Norma al meer dan veertig jaar daarvoor was begonnen toen zij haar vader voor de eerste keer vroeg waar haar grootvader toch wel geboren was. Niet in staat om bij haar familieleden enige verdere informatie te verkrijgen behalve het feit dat de familie mogelijkerwijs haar oorsprong vond in Nederland, ging Norma maar op zoek in de bibliotheek van Tulsa, Oklahoma waar zij op dat moment woonde. Daar vlooide ze de telefoonboeken door van de voornaamste steden in de Verenigde Staten op zoek naar andere Te Selles in Amerika. Nadat ze uitdraaien had gemaakt van namenlijsten in Californië, Arizona en Montana kwam Norma in contact met iemand in Wisconsin wiens buurman naar Nederland zou gaan. Hij bleek bereid daar ter plekke onderzoek naar de naam te doen. We schrijven inmiddels het jaar 1959 en dankzij deze onbekenden raakte Norma uiteindelijk in contact met iemand die Engels sprak en die in staat was haar te helpen met haar missie. Uit deze brieven werd Norma’s laatste column geboren waarin de brieven onder de aandacht gebracht werden van de drie broers Te Selle die in het begin van de jaren zeventig van de 19e eeuw naar het gebied rond Firth waren getogen. De serie columns Nederlandse Brieven Vertellen Over De Komst Naar Amerika is recentelijk in de krant afgelopen. Verscheidene lezers lieten weten hoe interessant zij deze correspondentie gevonden hadden. De VOICE is echter niet de enige plek waar Norma actief is geweest met haar pen. Nadat zij positief had gereageerd op een verzoek om korte bijdragen te leveren aan een publicatie onder de titel “Wat elektrisch licht voor mij betekent” werd Norma’s essay afgedrukt in een boek onder de naam “Kring van Helderheid”, gepubliceerd door de George W. Norris Stichting. Schrijvers uit 17 staten hadden de oproep beantwoord.

Op een echte “rechter hersenhelft” manier[2. “Rechter hersenhelft versus linker hersenhelft” – Deze theorie over structuur en functies van de hersenen suggereert dat de twee verschillende hersenhelften ook twee verschillende manieren van denken besturen en tevens dat ieder van ons aan de ene wijze van denken de voorkeur geeft boven de andere. De schrijfster van het bovenstaande artikel deelt Norma in bij de groep die denkt volgens het rechter hersenhelftpatroon en zo wat meer gericht is op esthetiek, gevoelens, intuïtie en creativiteit.] is Norma niet alleen gezegend met schrijverskwaliteiten, maar was ze op zeker moment ook zangeres. Wonend in Tulsa werkte ze voor een organisatie genaamd Sweet Adelines. Dit is een vrouwenorganisatie van zangeressen die vierstemmige close-harmony in de ‘barbershop-stijl’ zingen. De organisatie begon in Tulsa na afloop van de Tweede Wereldoorlog en heeft tegenwoordig afdelingen verspreid over alle delen van de Verenigde Staten, Canada en Europa. Bij de Sweet Adelines werkte ze zich op tot directiesecretaresse. Gedurende haar zestien jaren op het hoofdkwartier van de organisatie werkte ze zodoende dus niet alleen op kantoor, maar zong ze ook voor hen.

Een aanvulling op haar muzikale talent is ook haar gave voor kunstzinnigheid. Toen Norma nog in Tulsa woonde bezocht ze zeven jaar lang, met als hoofdvak kunst, de avondschool.

Nadat ze in 1977 het kandidaatsexamen Schone Kunsten, afdeling schilderkunst, aan de universiteit van Tulsa behaald had, kon Norma niet altijd de tijd vinden om zich geheel aan deze hobby over te geven, maar toch schildert ze nog steeds een brede verscheidenheid aan kunstwerken. Omdat ze een hekel heeft aan de geur van terpentijn in haar huis, neigt ze ertoe om zich vooral met waterverf bezig te houden en met acrylverf en zo nu en dan wordt een van haar schilderijen een cadeau.

Wellicht is echter een van haar beste talenten haar vermogen om goede kleding te naaien. Zo drukte ze haar dochter Su Zanna op het hart kleding uit te kiezen die haar boven de heersende mode zou doen uitkomen en naaide ze jarenlang zelf haar kleding. Su Zanna, tegenwoordig woonachtig in Iowa, is deze erfenis meer en meer gaan waarderen en zij naait nu ook vaak haar eigen kleding.

VOICE uitgeefster Linda Bryant voegde hier nog aan toe, “Norma stond altijd buiten de grote massa omdat haar kleren uniek waren tot aan haar winterjas en bijpassende hoeden toe. Ze was altijd zo’n klein keurig dametje, altijd opgemaakt en netjes met haar blonde haren opgestoken in een wrong bovenop haar hoofd en elk haartje op de juiste plek”.

“Maar wat Norma werkelijk bijzonder maakte was haar medeleven en vriendelijkheid voor anderen. Ze deed in de loop der jaren zoveel attente dingen voor me. Toen ik zwanger was en het bed moest houden bracht ze me elke maand een vers boeket uit haar eigen tuin omdat we beiden zo van bloemen hielden. Hoewel ze van tuinieren hield bracht Norma de bloemen echter nooit binnenshuis want ze vond het niet prettig de bloemen te kunnen ruiken.”

“Norma had een goede invloed op iedereen in het kantoor. Als bijvoorbeeld een kribbige, norse klant zijn opwachting maakte, hielp Norma ons er altijd aan herinneren dat wij niet konden weten met welk ander probleem die man of vrouw vandaag nog geconfronteerd zou worden en waardoor deze onprettig was. Ze berispte ook iedereen die maar even een poging tot roddelen ondernam over iemand die in het nieuws stond. Ik heb haar nooit horen roddelen en dat is tamelijk zeldzaam in de krantenwereld met al de zaken waar we wat over schrijven en bij al de familiegeschiedenissen die in de nieuwskamer binnenkomen,” zo vervolgde Linda. “Ik kan me niet herinneren dat ze ooit iets onaardigs over iemand heeft opgemerkt, maar soms maakte ze een “tsk, tsk” geluid en schudde ze haar hoofd als ze merkte dat iemand met de justitie in aanraking was gekomen en wiens daden daarom afgedrukt werden in de krant.

Hun zoon Bob woont verderop langs de weg en kijkt elke dag even bij het stel in hun leuke bakstenen huis naar binnen. De bloembedden zijn echter verdwenen, Norma bezit niet langer de energie om te tuinieren en evenmin besteedt ze nog tijd aan het naaien van nieuwe kleding. Het is nu alleen nog maar een beetje verstelwerk waar ze zich mee bezighoudt. Ze schrijft ook geen artikelen meer voor de krant, hoewel ze snel de typefouten aanwijst die ze opmerkt. Ook zingt ze niet langer bij publieke optredens, misschien met uitzondering van de gemeente van de Gereformeerde Kerk van Firth waarvan ze gedurende vele jaren zo trouw de diensten hebben bijgewoond.

Linda voegde daar nog aan toe, “het enige talent dat haar in het afgelopen jaar gebleven is, is haar vermogen tot medeleven en attentheid. Bij elke bijzondere gebeurtenis of volbrachte prestatie in ons gezin (en ik weet zeker ook in andere gezinnen) verschijnt een attent berichtje dat Norma zelf bedacht en geschreven heeft. Dat is nog eens een nalatenschap.”